Iedere Nederlandse
molenaar
zou er jaloers op worden: een
windmolen
die de wind altijd uit dezelfde windrichting krijgt.
De ontwikkeling van de
molen
in onze streken is de geschiedenis van de steeds
creatievere manieren die bedacht werden om de
wieken
naar de op dat moment heersende
windrichting te kunnen draaien (of soms net uit de wind te houden).
Zonder
kruiwerk
kan geen molen hier functioneren.
Er zijn enkele plekken waar de wind wel steeds uit dezelfde richting komt,
bijvoorbeeld bovenop sommige passen. De wind kan dan niet van opzij komen,
want de bergen houden hem tegen. In die situatie volstond het bouwen van een toren, waar de
as
uitsteekt en die dan voorzien werd van een reeks 'wieken',
die als de spaken uit een wiel steken. Deze molens werden in een rij naast elkaar gezet,
zodat de hele breedte van de pas benut werd.
Tekst: Jean Penders, 12-2005. Afbeelding: Jean Penders